De in het Zweedse Götenborg wonende muzikant Bror Gunnar Jansson vormt een ‘one-man-band’ die blues, rock en folkmuziek brengt in een bastaard ‘garage’-stijl. De vader van deze 33-jarige artiest is een contrabassist en zijn grootvader was een accordeonist. Beiden introduceerden Bror Gunnar in de bluesmuziek door hem te laten meespelen in de groep van zijn vader ‘Serves You Right To Suffer’ waarmee ze tijdens hun live-optredens de songs van John Lee Hooker coverden.

Bror Gunnar Jansson groeide uit tot een multi-instrumentalist en leerde spelen op cello, contrabas, saxofoon en elektrische basgitaar. Bij optredens begeleidt hij zichzelf op gitaar en met minimalistisch slagwerk. Zijn eerste plaat werd gewoon naar hem vernoemd en verscheen in 2012. Twee jaar later volgde een tweede album onder de titel “Moan Snake Moan” en in 2017 werden er zelfs twee platen gereleased: “And The Great Unknown Part I” en “And The Great Unknown Part II”.

Nu komt daar een splinternieuw album bij dat de wat morbide titel “They Found My Body In A Bag” heeft gekregen maar in de Scandinavische vakpers al meteen als een meesterwerk werd bestempeld. Als centraal thema voor de meeste songs op deze plaat baseerde Bror Gunnar Jansson zich op echte Zweedse moord- en misdaadonderzoeken. Muzikaal werden enkele songs op dit album gelimiteerd tot het bespelen van alle instrumenten door Bror Gunnar Jansson alleen, maar voor andere tracks kreeg hij in de opnamestudio wat bijstand van drummer Emanuel Svensson, bassist Henrik Nilsson en celliste Emma Augustsson.

De albumtitelsong “They Found My Body In A Bag” is gebaseerd op de gruwelijke moord op Catrine da Costa in 1984. Daarbij werd haar lichaam in stukken teruggevonden in allerlei vuilniszakken in de buurt van Stockholm, behalve haar hoofd dat nooit werd gevonden, net als haar moordenaar zelf. De confrontatie met de dagdagelijkse werkelijkheid die Bror Gunnar Jansson in zijn nummers insluit is soms hard maar ook geniaal.

In de openingstrack “Machine” (zie 1e video) heeft hij het over de ook bij ons in de pers verschenen beruchte moord op de Zweedse journaliste Kim Wall door de Deense uitvinder Peter Madsen in diens onderzeëer. Hij sneed haar lichaam in stukken en gooide ze in de zee, terwijl hij zijn onderzeëer in lichterlaai zette en hem liet zinken om alle sporen uit te wissen. In “Stalker” verhaalt hij over Jacqueline Ades die na amper één avondje uit met een man in zijn huis inbrak, een bad nam in zijn badkamer en hem bestookte met 65.000 sms-jes à rato van gemiddeld 500 per dag.

Het bijna 9 minuten durende instrumentale nummer “Det Stora Oväsendet” refereert naar een Zweedse priester die in de 17e eeuw kinderen martelde en dwong om te getuigen tegen mensen die hij in zijn heksenjacht wou veroordeeld zien. De song “There’s A Killer On The Loose - On The Street Where I Live” (zie 2e video) gaat over een misdaad die gebeurde in de straat waar hij woont, gepleegd door een man die inbrak in de huizen en een bewoner met een mes vermoordde. De dader loopt nog steeds op vrije voeten rond.

De eerste single “Stay Out All Night Long”, een ode aan de eerste hit “Boogie Chillen” van John Lee Hooker uit 1948, “Trains And Nights”, tweede single “Will You Help Me When I’m Old?” en “Driving Through Norrland, Listening To Earth”, een meer dan 11 minutende durende instrumentale ode aan de Amerikaanse garagerockgroep ‘Earth’ uit Seattle, zijn vier tracks op deze plaat die niet gelinkt zijn aan een misdaad. Ze werden netjes tussen de gruwelijke ‘murder ballads’ geplaatst om de ernst en somberheid van dit vierde studioalbum van Bror Gunnar Jansson wat te verdoezelen.

(valsam)